Dirk van Genderen.NL

Columnist, publicist, spreker

Tekort aan predikanten en voorgangers (13 reacties)

Geplaatst op woensdag 21 januari 2009, 14:26 door Dirk A A

Wanneer werd in uw gemeente voor het laatst gebeden of de Here God mensen wil roepen voor de dienst in Zijn Koninkrijk? En wanneer hebt u hiervoor zelf het laatst gebeden? Ik vermoed dat dit gebed niet hoog staat op veel gebedslijstjes, terwijl in steeds meer kerken en gemeenten een tekort is aan predikanten en voorgangers.

In Mattheüs 9:37 en 38 lezen we: ‘De oogst is wel groot, maar arbeiders zijn er weinig. Bidt daarom de Here van de oogst, dat Hij arbeiders uitzende in Zijn oogst.’ En in Lucas 10:2 vinden we exact dezelfde woorden.
Welke moeder, welke vader bidt wel eens dat een van haar/zijn kinderen door God geroepen kan worden voor een dienst ergens in Zijn Koninkrijk? Zoals Hanna, die zei: ‘Als U me een zoon geeft, geef ik hem aan U’ (1 Samuël 1:11). Welke voorganger spreekt hier met de jongeren in Zijn gemeente over? Welke clubleider stelt dit jaarlijks minstens een keer aan de orde?
Het lijkt erop dat veel mensen werk in Gods Koninkrijk als iets tweederangs beschouwen. Dat zeggen we natuurlijk niet hardop, maar een mooie carrière en een goed inkomen staan vaak hoger op onze verlanglijstjes.

Met ontferming bewogen
In vers 36 staat de Here Jezus met ontferming bewogen was. Dat is in het Grieks de sterkste uitdrukking voor medelijden. Omdat de schare voortgejaagd (gewond) en afgemat was, neergeworpen als schapen die geen herder hebben (zie ook Mattheus 11:28; 23:4). Door de zware lasten die de religieuze leiders hun hadden opgelegd. De Here Jezus toonde Zich de beloofde Herder, de Messias (Ezechiel 34:23; Johannes 10:1-18).
In vers 37 zegt Hij: ‘De oogst is wel groot, maar de arbeiders zijn weinig. Het gaat hier niet om de opbrengst van de oogst (Openbaring 14:15), maar om het oogsten zelf. Al in Oude Testament is geprofeteerd dat de eindtijd een oogsttijd zal zijn die enerzijds heil inhoudt, het verzamelen van Gods kinderen (Jesaja 27:12), anderzijds ook oordeel (Joel 3:13ev).
In vers 38 bidt de Here Jezus om meer arbeiders. Hij wilde Zijn discipelen geestelijk voorbereiden en wel zo dat zij dezelfde roeping gingen voelen als Hij.

Bidt voor uw voorganger
Ik hoor mensen nogal eens klagen over hun predikant of voorganger. ‘De preken spreken niet aan, hij is niet zo begaafd, er gaat geen kracht vanuit…’ Misschien doet u hier zelf ook wel aan mee.
De vraag die ik u dan zou willen stellen, is: ‘Bidt u wel voor uw predikant? Hebt u, niet alleen nu, maar al veel langer, gebeden of de Here nieuwe arbeiders wil roepen en zenden? Wanneer u niet gebeden hebt, is het maar zeer de vraag of uw klacht terecht is. Dan is het nodiger om eerst schuld te belijden. Wanneer u niet hebt gebeden om voorgangers, heeft God – menselijkerwijs gesproken – uw gebed niet kunnen verhoren.
Ligt u wel eens voor uw voorganger op de knieën, om hem bij de Here te brengen en te smeken of Hij hem wil zalven met Zijn genade? Of besteedt u meer tijd aan roddelen en kwaadspreken over uw voorganger. Weet dat de Here dat hoort, zoals Hij eens hoorde hoe Aäron en Mirjam jaloers waren op Mozes en kwaad spraken van hem.

Verwacht maar niet dat het u geestelijke winst oplevert wanneer u negatief spreekt over uw voorganger. Waarbij het natuurlijk wel belangrijk is dat het iemand is die de Here Jezus kent en van harte liefheeft en ook liefde heeft voor het hele Woord van God. Er zijn namelijk ook dieven en rovers, die niet door de deur de schaapskooi binnenkomen, maar van elders inklimmen, lezen we in Johannes 10. ‘Wee, de herders van Israël, die zichzelf weiden,’ zegt Ezechiël 34 over hen.

Bidt om nieuwe arbeiders
Tegelijk is het waar dat God niet van ons afhankelijk is. Hij roept mensen in Zijn dienst en Hij zendt hen waar Hij wil. Maar Hij wil ons hier wel bij inschakelen. Er rust een verantwoordelijkheid op voorgangers en predikanten om in de samenkomsten te bidden of de Here arbeiders wil uitzenden in Zijn oogst. Zo’n gebed heeft tweeërlei uitwerking. God kan het gebruiken voor iemand die aanwezig is, om hem of haar te gaan roepen in Zijn dienst. Ook kan Hij, Die een Hoorder van onze gebeden is, elders iemand roepen in reactie op onze gebeden.

Ik moet denken aan een verhaal dat ik eens hoorde over een gebedsgroep, ergens in Nederland. Een aantal jonge christenen kwam regelmatig bij elkaar om te bidden voor de zending. En in de loop van de maanden kwamen de gebeden dichterbij hun eigen hart. Ze baden heel concreet om nieuwe arbeiders om de oogst binnen te halen. Toen kwam het moment dat ze ervan overtuigd raakten dat ze zichzelf voor God beschikbaar moesten stellen. En het wonder is dat uiteindelijk deze hele groep in de zending is terechtgekomen.

Verhoring van gebeden
Beseffen mensen die Gods roeping in hun leven ervaren, dat dit wel eens de verhoring van gebeden van anderen kan zijn? Misschien wel van een biddende vader, moeder, oma of opa; van een biddende gemeente.
Er zijn echter ook gemeenten waar al jarenlang niemand door de Here is geroepen in Zijn dienst. Kan de oorzaak liggen is het niet bidden van dit gebed uit Mattheüs en Lucas?
In sommige kerken dreigt momenteel een tekort aan predikanten te ontstaan. Kan dit komen omdat wij nalatig zijn in onze gebeden? Kan het zijn dat wij te hoge eisen stellen aan toekomstige predikanten, door te verlangen dat ze wel in staat zijn een universitaire studie te volgen?
Nog geeft de Here tijd om de oogst binnen te halen. We weten niet hoelang nog? De komst van de Here Jezus kan dichterbij zijn dan we denken. Laten we daarom onze gebeden tot de Here vermenigvuldigen om arbeiders uit te zenden in Zijn oogst. En laten we zelf bereid zijn gehoor te geven aan Zijn roepstem wanneer Hij ons roept.

Dirk van Genderen

13 Reacties

  1. baruch zegt:
    Geplaatst op woensdag 21 januari 2009 om 15:52

    Broeder Dirk,

    Zou onderstaande ook een reden kunnen zijn voor het tekort aan dienende broeders:

    Dominee
    Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
    Ga naar: navigatie, zoeken
    Een dominee (afkorting: ds of ds.) of predikant is iemand die voorgaat bij een godsdienstoefening van protestantse gezindte. Het woord dominee is afkomstig van het Latijnse dominus dat heer betekent. Dominee is een aanspreektitel, zoals professor dat is bij een hoogleraar. Voor de aanduiding van het beroep wordt het woord ‘predikant’ gebruikt.

    Inhoud [verbergen]
    1 Opleiding en aanstelling
    2 Inhoud van de functie
    3 Spreekwoordelijk
    4 Zie ook

    [bewerk] Opleiding en aanstelling
    Wie in Nederland bij een van de grotere gezindten het ambt van predikant wil uitoefenen, moet een volledige universitaire studie theologie volgen, hetzij van de protestantse signatuur waartoe hij of zij behoort of in wil werken, hetzij met een verbijzondering in die richting na het doctoraal examen in de theologische wetenschap.

    Deze indeling is in de loop van de 19e eeuw tot stand gekomen, als gevolg van de scheiding tussen kerk en staat, aangebracht bij de invoering van een nieuwe onderwijswet in 1876. De overheid wilde zowel zorg dragen voor een onafhankelijke objectieve academische opleiding in de theologie, als – in overleg met kerkgenootschappen – ruimte geven aan de specifieke accenten die elk kerkgenootschap voor zichzelf van belang achtte bij de opleiding van hun voorgangers. Vandaar dat een tweeslag tot stand kwam: een academische theologische opleiding, voortgezet met een predikantsopleiding ten behoeve van het kerkgenootschap dat de betrokkene wilde dienen (duplex ordo).

    Dat werd als volgt geregeld: na afronding van de academische studie theologie geniet de student nog minimaal twee jaar onderwijs van hoogleraren, aangesteld door het betreffende kerkgenootschap. Na het afleggen van het zogenaamde ‘kerkelijk examen’ kan de ‘kandidaat’ via de kerkelijke weg een aanvraag indienen om beroepbaar gesteld te worden. Deze laatste term heeft te maken met de zelfstandigheid van de kerkgenootschappen. Die stellen aan een predikant de eis, dat hij of zij een academische theologische opleiding heeft gevolgd, en beslissen dan zelf, of ze de zo opgeleide persoon als predikant beroepbaar willen stellen.

    Wanneer een kandidaat beroepbaar gesteld is, kan deze een beroep van een plaatselijke gemeente in overweging nemen. Wanneer het beroep aangenomen wordt, zal de kandidaat in een kerkdienst bevestigd worden tot predikant, om daarna, meestal in dezelfde kerkdienst, intrede te doen in zijn of haar gemeente.

    Tot 1922 bestond in Nederland nog een oud heerlijk recht, het Recht van collatie. Dat gaf het recht een dominee te benoemen.

    [bewerk] Inhoud van de functie
    De belangrijkste functie van een predikant is verklaarbaar vanuit de archaïsche omschrijving “dienaar van het Woord” (Verbi divini minister). In brede zin is haar of zijn taak het opbouwen van geloof en christelijk leven van de gelovigen door middel van prediking vanuit de Bijbel en het geven van onderwijs (bijvoorbeeld in de vorm van kringenwerk). Daarnaast is pastoraat belangrijk (pastor is Latijn voor herder, vergelijk pastor in de RK-kerk). Hierin wordt hij of zij bijgestaan door een team van ouderlingen en diakenen, de kerkenraad.

    Andere traditionele predikantstaken zijn het geven van geloofsonderricht aan jongeren (catechisatie), het kerkelijk bevestigen en inzegenen van huwelijken, en kerkelijke ambten, het leiden van begrafenissen, het toedienen van de protestantse sacramenten doop en avondmaal, en in het algemeen het stimuleren en/of leiden van opbouwende activiteiten voor allerlei doelgroepen en doeleinden binnen de kerkelijke gemeente.

    De predikant is vaak voorzitter van de kerkenraad. Vanouds was een predikant de spil van elke lokale kerk en werd er hoog tegen het ambt opgekeken. Later zijn in de meeste kerkgenootschappen de verhoudingen gewijzigd, maar soms wordt de dominee nog meer gezien als de ‘primus’ (eerste) dan de ‘primus inter pares’ (eerste onder gelijken).

    Een speciale functie bekleedt de legerpredikant wiens gemeente bestaat uit een legeronderdeel. In essentie is de functieinvulling gelijk aan die van een predikant in de burgermaatschappij, met daaraan toegevoegd het verzorgen van lessen Geestelijke Verzorging, een variant op de zondagsschool.

    In Christus verbonden,

    baruch

  2. Herman zegt:
    Geplaatst op donderdag 22 januari 2009 om 18:38

    Broeder Baruch,

    Wil je uitleggen wat je hiermee bedoelt te zeggen?

    In Christus verbonden

    Herman

  3. Dinette zegt:
    Geplaatst op vrijdag 23 januari 2009 om 13:30

    Beste Baruch,

    Wat heeft een stuk uit een encyclopedie te maken met een tekort aan predikanten? Ik kan je redenering niet volgen, misschien kun je je wat nader verklaren.

  4. baruch zegt:
    Geplaatst op vrijdag 23 januari 2009 om 13:42

    Herman,

    Allereerst wil ik verantwoorden waarom ik de aanhef niet begin met brroeder Herman. Allen, die door het geloof in de Here Jezus Christus wedergeboren zijn maken deel uit van het Lichaam van Christus, zijn broeders.

    Mt 23:8 Doch gij zult niet Rabbi genaamd worden; want Een is uw Meester, namelijk Christus; en gij zijt allen broeders.

    Omdat ik u niet ken weet ik niet of u wederom geboren bent, als u dat wel bent dan bent u mijn broeder, maar dat verneem ik dan wel van u.

    Wat nu uw vraag betreft het volgende:

    De volledige universitaire theologie studie tot predikant is een instelling van de overheid, in overleg met kerkgenootschappen. Dat vind ik niet terug in de Schrift. Met die studie zijn ongeveer 7 jaren gemoeid, en velen hebben niet het verstand om die studie te volgen. Ik vraag dus of dat geen reden kan zijn voor het tekort aan dienende broeders in de kerken. Ik gebruik bewust “dienende broeders”. In de niet kerkelijk geordende gemeente wordt voor de taken in de gemeente geen universitaire studie vereist, daarin zijn geen “geestelijken en “leken” zoals in de r.k. kerk, waarvan ook de Protestanten niet verschoond zijn gebleven. Daar is ook geen tekort aan dienende broeders.
    Dopen, avondmaalbediening geschiedt daar door de broedrs.

    baruch

  5. Hub. Eussen zegt:
    Geplaatst op vrijdag 23 januari 2009 om 15:51

    Dirk,
    Het is inderdaad de realiteit, dat steeds minder Predikanten zijn voor in de kerken en gemeenten. Maar het positieve is wel, dat ik steeds meer Predikanten zie (met veel grotere “Oogst-velden”) op de modernere media-middelen, zoals Televisie (b.v. Hour of Power) en Internet zoals Christelijke web-sites ( b.v. Dirks-visie ) enz.enz. Het “Oogst-Veld” is dus veel groter geworden.
    Wat betreft de Voorganders, daar lees ik van in mijn dag-gebedenboek:
    Wij Christenen moeten allen Wegwijzers (voorgangers) zijn, door onze Christelijke levenswijze van : Geduldig zijn, goed doen, niet oordelen en een gunnend leven leiden. Dan gaan de mensen zien dat God door jouw werkzaam is voor zijn koningrijk. En zo wordt ieder Christen Voorganger ( voor-leven)
    Mede “voorganger” Hub.Eussen

  6. Hero de Jong zegt:
    Geplaatst op vrijdag 23 januari 2009 om 19:23

    Jezus’ geduld met dat gepreek van die dominees, raakt geheel op — de PKN stroomt daarom leeg, in het tempo wat door Jezus bepaald is : #5000 per maand weg — en dat net zolang tot de leeraars zwijgen, en aan de profeten des Heeren vergund wordt te spreken …!!

  7. baruch zegt:
    Geplaatst op zaterdag 24 januari 2009 om 9:39

    Dinette,

    U vraag is zoals die van Herman en die heb ik geantwoord.
    Om het wiel niet opnieuw uit te vinden heb ik dat stuk uit de encyclopedie gebruikt waarin de opleiding en beroepbaarstelling wordt beschreven.
    Aan Herman heb ik geschreven wat ik daarmee bedoeld heb.

    Met vriendelijke groet,

    baruch

  8. baruch zegt:
    Geplaatst op zaterdag 24 januari 2009 om 16:26

    Broeder Dirk verwijst naar Mattheüs 9:37 en 38.
    Het gaat daar over arbeiders uitzenden in Zijn oogst. De vraag is nu wat verstaat de Schrift onder “de oogst”?

    In Matt.13:39 lezen wij: En de vijand, die hetzelve gezaaid heeft, is de duivel; en de oogst is de voleinding der wereld; en de maaiers zijn de engelen.

    De engelen en het maaien lezen we in:

    Opb.14:15 En een andere engel kwam uit den tempel, roepende met een grote stem tot Dengene, Die op de wolk zat: Zend Uw sikkel en maai; want de ure om te maaien is nu gekomen, dewijl de oogst der aarde rijp is geworden.
    16 En Die op de wolk zat, zond Zijn sikkel op de aarde, en de aarde werd gemaaid.
    17 En een andere engel kwam uit den tempel, die in den hemel is, hebbende ook zelf een scherpe sikkel.
    18 En een andere engel kwam uit van het altaar, die macht had over het vuur; en hij riep met een groot geroep, tot dengene, die de scherpe sikkel had, zeggende: Zend uw scherpe sikkel, en snijd af de druiftakken van den wijngaard der aarde, want zijn druiven zijn rijp.
    19 En de engel zond zijn sikkel op de aarde en sneed de druiven af van den wijngaard der aarde, en wierp ze in den groten wijnpersbak des toorns Gods.
    20 En de wijnpersbak werd buiten de stad getreden, en er is bloed uit den wijnpersbak gekomen, tot aan de tomen der paarden, duizend zeshonderd stadiën ver.

    In Matt. 9:23 lezen wij: Wanneer zij u dan in deze stad vervolgen, vliedt in de andere; want voorwaar zeg ik u: Gij zult uw reis door de steden Israëls niet geëindigd hebben, of de Zoon des mensen zal gekomen zijn.

    De uitgezonden discipelen mochten niet naar de heidenen en Samaritanen gaan, de uitzending hier betrof alleen de verloren schapen van het huis Israëls. Strikt genomen zijn dat de tien stammen, die op dat moment niet in het land waren, maar in de verstrooiing.
    Voordat zij de reis door de steden Israëls geëindigd hebben komt de Zoon des mensen.
    Wanneer komt de Zoon des mensen?

    Mt 24:30 En alsdan zal in den hemel verschijnen het teken van den Zoon des mensen; en dan zullen al de geslachten der aarde wenen, en zullen den Zoon des mensen zien, komende op de wolken des hemels, met grote kracht en heerlijkheid.

    Dit is aan het einde van de 70 ste week van Daniël. Zie Dan.9.
    Dat betekent toch dat de opdracht uit Matt.9:37,38 plaats vindt vlak voor de komst van de Zoon des mensen. Het is de oogst.

    Vooraf aan de oogst zijn er de eerstelingen (eerstgeborenen), die worden gevonden in de Gemeente der eerstgeborenen.

    Heb 12:23 Tot de algemene vergadering en de Gemeente der eerstgeborenen, die in de hemelen opgeschreven zijn, en tot God, den Rechter over allen, en de geesten der volmaakte rechtvaardigen;

    Ro 8:23 En niet alleen dit, maar ook wij zelven, die de eerstelingen des Geestes hebben, wij ook zelven, zeg ik, zuchten in onszelven, verwachtende de aanneming tot kinderen, ((aan)stelling tot zonen) namelijk de verlossing onzes lichaams.

    Jak 1:18 Naar Zijn wil heeft Hij ons gebaard door het Woord der waarheid, opdat wij zouden zijn als eerstelingen Zijner schepselen.
    Na de opstanding van de Here Jezus tot de opname van de Gemeente wordt de Gemeente verzameld uit de heidenen.

    Hand. 15:14 Simeon heeft verhaald hoe God eerst de heidenen heeft bezocht, om uit hen een volk aan te nemen voor Zijn Naam.
    15 En hiermede stemmen overeen de woorden der profeten, gelijk geschreven is:
    16 Na dezen zal Ik wederkeren, en weder opbouwen de tabernakel van David, die vervallen is, en hetgeen daarvan verbroken is, weder opbouwen, en Ik zal denzelven weder oprichten.
    17 Opdat de overblijvende mensen den Heere zoeken, en al de heidenen, over welken Mijn Naam aangeroepen is, spreekt de Heere, Die dit alles doet.
    18 Gode zijn al Zijn werken van eeuwigheid bekend.

    De velden zijn nu niet wit maar de enkeling wordt behouden.
    Daarom zegt de Heer:

    Lu 18:8 Ik zeg u, dat Hij hun haastelijk recht doen zal. Doch de Zoon des mensen, als Hij komt, zal Hij ook geloof vinden op de aarde?

    Die toestand wordt steeds meer werkelijkheid, een teken dat de Heer spoedig komt.

    baruch

  9. J.J.Gooijer zegt:
    Geplaatst op zaterdag 24 januari 2009 om 20:53

    Opmerking:
    Voor zo ver ik weet waren alle discipelen ongeletterde mannen. Waarom worden er dan aan predikanten zulke hoge eisen gesteld? Laten ze de taken van de predikant maar verdelen onder de aanwezige broeders. Er zal er ook wel een bij zijn die kan preken. Het mogen er volgens 1 Kor.14: 29 ook twee of drie zijn.
    Met vriendelijke broedergroet, Jan Gooijer

  10. j.brands zegt:
    Geplaatst op maandag 26 januari 2009 om 20:00

    Ik heb het gevonden.
    Ben daar blij mee.
    reageren komt nog.

  11. dinette zegt:
    Geplaatst op dinsdag 27 januari 2009 om 9:11

    De taken van de predikant verdelen onder de aanwezige broeders? En die moeten dan naast hun ander dagelijks werk dat werk er nog bij doen? Een predikant werkt niet alleen op zondag hoor!
    Waar in gevestigde kerken de opleiding soms te lang duurt wordt er in de vrijere kringen dan weer vaak te gemakkelijk over gedaan.
    Hieronder een (al oud maar nog altijd recent) artikel over het werk van een predikant in de praktijk.

    Bedankt Dirk voor je colum, ik ben me er weer van bewust geworden dat iemands roeping (mede) kan voortkomen uit het gebed van anderen, het stimuleert mij ook weer nog meer te bidden voor alle werkers in Gods koninkrijk.

    ‘Iemand die alleen op zondag werkt’. Het is een oud, wat versleten grapje. Toch wel begrijpelijk. Zondag is de dag dat de predikant voor het oog (of wat belangrijker is: aan het oor) van ieder zijn werk doet. Aan het leiden van een dienst is veel voorbereiding vooraf gegaan. De gemiddelde voorbereiding voor een dienst is 12-15 uur. Meetbaar althans. Want vaak is een predikant er de hele week mee bezig. Elke dienst is weer een uitdaging. Een opdracht om het naar vermogen zo goed mogelijk te doen. Hoe ook de persoonlijke omstandigheden zijn. Je draagt de komende dienst bij je terwijl je met je andere werk bezig bent. En in je vrije tijd.
    Dat andere werk. Iemand schreef eens dat het werk van de predikant zich doorgaans in het verborgene voltrekt. Dat is waar. Toch zijn er elke week heel wat mensen die merken dat er gewerkt wordt. Mensen die een bezoek krijgen, omdat in hun leven niet alles rimpelloos verloopt. Ziekte. Ziekenhuisopname. Gesprekken over de problemen bij het ouder worden. Zorgen over kinderen. Huwelijksproblemen. Verlies van iemand die dierbaar was. Er zijn tijden dat je elke week geraakt wordt door het verdriet van anderen. Dat kost veel tijd. Veel aandacht. Veel inleving. Veel energie dus. Het kan nooit op de ‘automatische piloot’. Er zijn ook gezellige bezoeken. Gelukkig wel. Bij goede gebeurtenissen in het leven. Geboorte. Jubileum. Of zomaar – als de tijd het toelaat, en dat is niet zo vaak – bij mensen even binnenlopen.
    Het verwijt dat je nooit een dominee ziet – het zal wel terecht zijn. Vaak ook weet de dominee niet dat zijn aanwezigheid verlangd wordt. Hij moet het maar ‘ruiken’. Soms belast het ook, dat mensen nog altijd vinden dat er pas iets van ‘de kerk’ gemerkt is als de dominee geweest is. Ouderlingen, diakenen, contactpersonen – ook zij zijn ‘de kerk’. We zeggen toch dat we geen ‘domineeskerk’ willen zijn?
    Dat andere werk. Wekelijks zijn er mensen die merken dat er gewerkt wordt – ook door predikanten – omdat ze deelnemen aan kringwerk. Of catechese. In allerlei vormen. Ook dat vergt veel voorbereiding. Immers kwaliteit is nodig. Het gaat niet om praatjes, het gaat om vorming. Toerusting. De voorbereiding op kringen en op diensten is vaak de enige mogelijkheid om aan de studie te blijven. En studie – dat is broodnodig voor het functioneren. Er gebeurt zoveel. De wereld is zo chaotisch. Er zijn zoveel nieuwe inzichten. Je kunt niet alleen maar repeteren wat altijd al gezegd is. Je kunt niet volstaan met antwoorden op vragen die niet gesteld worden. Je moet de vragen kennen om samen met anderen op weg te kunnen zijn.
    Dat andere werk. Wekelijks zijn er mensen die merken dat er gewerkt wordt – ook door predikanten – omdat ze komen op vergaderingen. Kerkenraadsvergaderingen. Landelijke vergaderingen. Allerlei overlegsituaties. De gemeente moet bestuurd worden. Dat vergt ook veel tijd. Niets is meer vanzelfsprekend. Veel is aan verandering onderhevig. Er moet worden nagedacht, van gedachten gewisseld over hoe het verder moet. En kan. Waar mikken we op? Gemeente zijn in onze tijd is niet zo simpel, zo het dat al ooit geweest is. Met minder mensen dan enkele tientallen jaren geleden moeten we minstens evenveel doen. Gelukkig dat er altijd weer mensen zijn die bereid zijn mee het werk te dragen.
    De dominee en zijn werk. Een werk met vreugden en zorgen. Werk dat nooit verveelt. Altijd weer uitdaagt. De gemiddelde werkweek van een dominee (een fulltimer) is zo’n vijftig tot zestig uur. Toch wel iets meer dan alleen een zondag. Werk, dat soms zoveel is, dat het eigen geloofsleven van de dominee in de knel kan komen. Hij heeft er geen tijd voor… Maar zonder geloof, zonder vertrouwen gaat het niet. De dominee beheert niet een eigen winkeltje. Hij is mede deel van de beweging van de God van Israël, de God en Vader van Jezus Christus. Een beweging die we met elkaar mogen dragen. Ik ben dankbaar dat er gemeentes zijn, die het werk dragen. Geestelijk – door gebed en meeleven en meedoen.

  12. Hero de Jong zegt:
    Geplaatst op dinsdag 27 januari 2009 om 22:41

    Je monstert toch niet aan, op een zinkend schip ? — het is dus wel verstandig van studenten, dat ze NIET kiezen voor de zo zwaar verouderde & achterhaalde opleiding, als die van *predikant* –( een ONding, geschapen door de reformatie ….

    De tijd is nu aangebroken, voor de apostelen & profeten zoals Jezus deze (functies) heeft bedacht, om in gedeeld leiderschap : de gemeente veilig door de grote verdrukking heen, tot haar eind_doel te brengen ….

  13. baruch zegt:
    Geplaatst op dinsdag 10 februari 2009 om 12:11

    Aan J. Brands,

    U schrijft:
    Ik heb het gevonden.
    Ben daar blij mee.
    reageren komt nog.

    Wanneer komt die reactie?

    baruch.

Laat een reactie achter

0 / 350 woorden